Bij het bewerken van het dagboek van Jan van Trigt vroegen allerlei zaken om een verklaring. Wat was bijvoorbeeld “de Martin Behrman affaire”? Jan schreef daarover op 26 februari 1947: “Net als de ‘Martin Behrman’, die Amerikaanse schuit die ligt te laden in Cheribon. Ook dat schip, al vaart het onder USA-vlag, moet opgebracht worden”. Waarom vond hij dat dat moest?
Op 28 januari 1947 sloten Nederland en de republikeinse Indonesische regering een akkoord over im- en export. Voor veel producten was nu een exportvergunning vereist. Invoer van militaire goederen werd verboden. De terroristen-rooftochten leverden zo geen winst op om aan wapens te komen. De oogsten werden nog steeds door leger-terroristen en zelfstandige bendes gestolen, met Amerikaanse en Britse vrachtschepen naar Singapore gebracht en daar verkocht. De Nederlandse marine greep in. De “Martin Behrman” werd aangehouden en gewaarschuwd, maar voer door naar Cheribon, waar het schip op 20 februari aankwam.
Op 5 maart protesteerde de VS tegen de aanhouding. Amerikaanse vakbonden dreigden de Nederlanders te boycotten. Die stonden toen de “Martin Behrman” toe de reis met een nieuwe lading voort te zetten en besloten de maatschappij schadeloos te stellen. De volgende dag verklaarde het State Department, dat Nederland correct gehandeld had. Op 3 april vertrok de “Martin Behrman” zonder lading naar Singapore.
Deze verklaring staat in de verklarende woordenlijst bij Duizend Dagen Indië. De Martin Behrman was een Liberty Ship, genoemd naar een bekende burgemeester van het Amerikaanse New Orleans uit het begin van de vorige eeuw.
Meer lezen over de politieke aspecten? Ga naar:
Het begin, de aanleiding en de motivatie